Carmiggelts liefde voor katten is bekend. Maar ook voor honden had hij een zwak. In deze bundel komen ze allebei aan bod. Eerst volgen we Thelonious en Picasso, de twee huiskatten van Carmiggelt. In zijn dagelijkse ‘Kronkels’ in Het Parool bracht hij de lezers af en toe op de hoogte van het wel en wee binnen dit ‘kattenhuwelijk’. Katten roepen veelal plezier en baldadigheid bij Carmiggelt op. De honden in het tweede deel maken de melancholicus in hem wakker, die niet alleen vertederd maar ook vol erbarmen is.
‘Zijn kattenverhaaltjes zijn me zeer dierbaar.’ Sylvia Witteman
Simon Carmiggelt (1913-1987) groeide op in Den Haag en raakte tijdens de Tweede Wereldoorlog in Amsterdam betrokken bij het illegale blad Het Parool, waarin later zijn beroemde Kronkels verschenen. In 1961 ontving hij de Constantijn Huygens-prijs en in 1974 de P.C. Hooft-prijs voor zijn gehele oeuvre.