Een schrijver vlucht weg van het lege vel papier voor hem, naar buiten. Hij wandelt door een kleine stad en door bos en open veld, opmerkzaam op elk detail. Zo nu en dan ontmoet hij iemand, zoals een boekhandelaar, een belastinginspecteur, een dame, een zingend meisje en een reusachtige man genaamd Tomtsjak.
De wandeling wordt wel gezien als een allegorie op het scheppingsproces, waarin schrijven een middel is om aan het leven te ontsnappen.
Deze uitgave bevat ook het essay ‘Le Promeneur Solitaire’ van W.G. Sebald.
‘Dit is grootse literatuur.’ DE STANDAARD DER LETTEREN
‘Hij zet het verhaal in één klap neer, zonder afdwalingen of aarzeling.’ W.G. SEBALD
Robert Walser (1878-1956) maakte graag lange wandelingen en schreef. Van roem wilde hij niets weten, maar zijn oeuvre werd zeer geprezen door collega’s als Franz Kafka, J.M. Coetzee en Herman Hesse.