Toon Tellegen heeft de vader van zijn moeder alleen gekend als een oude man met een grote witte baard. Deze Egbert Engberts was Rusland na de Revolutie in 1918 ontvlucht en zat barstensvol verhalen: sombere, weemoedige maar vaak ook grappige en bizarre herinneringen aan zijn oude leven.
Op een plank had hij een doos staan waar ‘vleugels’ op stond, en af en toe mocht de kleine Toon met hem meevliegen over het uitgestrekte Rusland. Dan vertelde hij dat de Russen elf woorden hebben voor ‘schuld’ en sprak hij over de niezende neushoorn die door het Winterpaleis van de tsaar denderde.
Toon Tellegen bracht alle verhalen die zijn Russische grootvader hem vertelde, of had kunnen vertellen, samen in een liefdevol eerbetoon.
‘Het is alsof hij een schat voor ons heeft opgegraven.’ Juryrapport Libris Literatuur Prijs
Toon Tellegen (Brielle, 1941) is dichter, kinderboekenschrijver en schrijver van proza en toneel voor volwassenen. In 1980 verscheen zijn eerste boek, De zin van een liguster, een dichtbundel voor volwassenen. Zijn eerste bundel dierenverhalen, Er ging geen dag voorbij, werd gepubliceerd in 1984. Er volgden nog vele bundels dierenverhalen en deze zijn onder andere vertaald in Frankrijk, Italië, Spanje, Duitsland, Zweden, Tsjechië, China, Rusland, Polen en Finland. Voor volwassenen schrijft Tellegen niet alleen poëzie, maar ook proza, zoals Twee oude vrouwtjes, Brieven aan Doornroosje en het voor de Libris Literatuur Prijs genomineerde De trein naar Pavlovsk en Oostvoorne (verhalen die zijn Russische grootvader hem vertelde). Hij won talloze prijzen met zijn boeken voor kinderen en voor volwassenen. De roman De genezing van de krekel werd in 2000 bekroond met De Gouden Uil. Voor zijn gehele oeuvre ontving Tellegen de Hendrik de Vriesprijs 2006 en de Constantijn Huygensprijs 2007.