Op het einde gaan ze allebei dood...
Stel je eens voor dat je een telefoontje krijgt met de boodschap dat je binnen 24 uur zal sterven. Hoe zou je dan je laatste dag doorbrengen? In Op het einde gaan ze allebei dood krijgt Mateo om middernacht dat telefoontje van Death-Cast. Ook Rufus wordt gebeld. De twee kennen elkaar niet, maar brengen de laatste dag van hun leven door in New York. Benieuwd naar hun laatste avontuur? We geven je alvast een voorproefje met een leesfragment!
Death-Cast belt me met de waarschuwing die je maar één keer in je leven krijgt: vandaag ga ik dood. Nee, wacht, ‘waarschuwing’ is te sterk uitgedrukt, want een waarschuwing houdt in dat er nog iets vermeden kan worden, zoals bij een auto die toetert naar een voetganger die door het rood wil lopen. Dit is meer een aankondiging. Het kenmerkende belsignaal schalt door de kamer, een eindeloos galmende gong die klinkt als een kerkklok een straat verderop. Ik begin meteen te flippen en duizend gedachten schieten tegelijk door mijn hoofd. Zo moet een parachutiste zich voelen als ze voor het eerst uit een vliegtuig springt, of een pianist die zijn eerste concert speelt. Niet dat ik dat ooit zeker zal weten.
Het is gek. Een minuut geleden zat ik nog een blogpost op CountDowners te lezen, waar Doodlopers hun laatste uren live vastleggen via statusupdates en foto’s. Deze was van een eerstejaarsstudent die een thuis zocht voor zijn golden retriever … En nu ga ik zelf dood.
Ik ga … nee … ja. Ja.
Ik krijg geen lucht. Vandaag ga ik dood.
Ik ben altijd bang geweest om dood te gaan. Ik weet niet waarom ik dacht dat het daarom niet zou gebeuren. Niet nooit, natuurlijk, maar in ieder geval niet voor ik volwassen was. Pap heeft me altijd ingeprent dat zolang ik maar deed alsof ik de hoofdrol speelde in een verhaal, me niks ergs zou overkomen, en zeker doodgaan niet, want uiteindelijk moet de held iedereen redden.
Het lawaai in mijn hoofd verstomt, en aan de andere kant van de lijn wacht een bode van Death-Cast om me te vertellen dat ik vandaag, op mijn achttiende, doodga.
Wow, ik ga echt …
Ik wil niet opnemen. Als het aan mij lag, vluchtte ik paps slaapkamer in en ging ik met een kussen over mijn hoofd liggen vloeken omdat hij net nu op de intensive care ligt, of stompte ik met mijn vuist tegen de muur omdat mijn moeder me voorbestemd heeft voor een vroege dood door zelf te sterven bij mijn geboorte. De telefoon gaat voor zowat de dertigste keer. Ik kan er net zomin aan ontsnappen als aan wat me vandaag te wachten staat.
Ik duw mijn laptop van mijn gekruiste benen en sta wankel op uit bed. Ik voel me slap. Als een zombie sleep ik me naar mijn bureau, langzaam, een levende dode.
Op het schermpje staat Death-Cast, natuurlijk.
Mijn handen trillen, maar ik slaag erin om op te nemen. Ik zeg niets. Ik weet niet wat ik moet zeggen. Ik adem alleen maar, want dat kan ik nog minder dan achtentwintigduizend keer doen – zo vaak haalt iemand die niet doodgaat gemiddeld adem op een dag – dus ik kan er maar beter alles uit halen.
‘Hallo, ik bel namens Death-Cast. Mijn naam is Andrea. Spreek ik met Timothy?’
Timothy.
Ik heet geen Timothy.
‘U bent verkeerd verbonden,’ zeg ik tegen Andrea. Mijn hartslag vertraagt, al heb ik medelijden met die Timothy. Echt. ‘Ik heet Mateo.’ Ik ben naar mijn vader vernoemd, en hij wil dat ik de naam later doorgeef. Dat kan nu weer, als ik ooit een kind krijg tenminste.
Aan de andere kant van de lijn klinkt getik op een toetsenbord, waarschijnlijk past ze iets aan in de database of zo. ‘O, mijn excuses. Timothy is de man die ik net aan de lijn had. Die arme kerel nam het niet al te best op. Jij bent Mateo Torrez, klopt dat?’
En zo boort ze mijn laatste hoop de grond in.
‘Mateo, bevestig alsjeblieft dat jij het bent. Ik moet vannacht helaas nog heel wat telefoontjes doen.’
Ik stelde me altijd voor dat mijn bode – zo heten ze officieel, dat heb ik niet bedacht – het nieuws voorzichtig en vol medeleven zou brengen, misschien zelfs zou jammeren dat het ontzettend tragisch is om zo jong te moeten sterven. Eerlijk gezegd had ik het zelfs nog oké gevonden als ze me vrolijk had verteld dat ik maar het beste van mijn dag moest proberen te maken, nu ik wist wat me te wachten stond. Dan zou ik in ieder geval niet thuisgebleven zijn met een puzzel van duizend stukjes die ik nooit zou afkrijgen, of de hele dag hebben liggen masturberen omdat ik bang ben van seks met iemand anders. Maar deze bode geeft me het gevoel dat ik haar tijd niet moet verspillen, al heeft zij nog zeeën van tijd … zij wel.
‘Goed. U spreekt met Mateo. Ik ben Mateo.’
‘Mateo, tot mijn spijt moet ik je meedelen dat je ergens in de komende vierentwintig uur vroegtijdig zult overlijden. We kunnen niets doen om dat te voorkomen, maar jij hebt wel nog een kans om te leven.’ De bode emmert door dat het leven niet altijd eerlijk is en somt daarna een paar activiteiten op waar ik vandaag aan kan deelnemen. Ik moet niet boos op haar zijn, maar ze klinkt duidelijk verveeld als ze de zinnen opdreunt waarmee ze honderden, misschien zelfs duizenden anderen heeft verteld dat ze vandaag doodgaan. Ze toont geen greintje medeleven. Wie weet zit ze haar nagels te vijlen of speelt ze boter-kaas-en-eieren tegen zichzelf terwijl ze tegen me praat.
Op CountDowners plaatsen Doodlopers berichten over van alles, van hun oproep tot wat ze op hun Einddag doen. Het is zo’n beetje Twitter voor Doodlopers. Ik heb massa’s berichten gelezen waarin Doodlopers toegeven dat ze hun bode gevraagd hebben hoe ze zullen sterven, maar het is algemeen bekend dat niemand daarvan op de hoogte is. Zelfs voormalig president Reynolds niet, die zich vier jaar geleden in een ondergrondse bunker voor Magere Hein probeerde te verstoppen en door een van zijn eigen geheim agenten werd vermoord. Death-Cast kan je alleen een datum geven, maar niet hoe of wanneer het precies zal gebeuren.
‘Begrijp je alles wat ik je net heb verteld?’
‘Ja.’
‘Op death-cast.com kun je speciale wensen voor je begrafenis doorgeven en ook welk opschrift er op je grafsteen moet komen. Of misschien wil je wel een crematie, dan …’
Ik ben nog maar één keer naar een begrafenis geweest. Mijn grootmoeder stierf toen ik zeven was, en tijdens haar begrafenis maakte ik een scène omdat ze maar niet wakker wilde worden. Vijf jaar later kwam Death-Cast op de proppen en was iedereen ineens echt wakker op zijn eigen begrafenis. Het is natuurlijk fantastisch om afscheid te kunnen nemen voor je doodgaat, maar kun je die tijd niet beter besteden aan leven? Misschien zou ik er anders over denken als ik wist dat er mensen naar mijn begrafenis zouden komen. Als ik mijn vrienden niet op één hand kon tellen.
‘En, Timothy, namens iedereen hier bij Death-Cast condoleren we je met je overlijden. Maak het beste van deze dag, oké?’
‘Ik ben Mateo.’
‘Sorry, Mateo. Ik schaam me dood. Het was een lange dag en deze telefoontjes zijn zo stresserend, en …’
Ik hang op. Onbeleefd, ik weet het. Ik wéét het. Maar ik hoef echt niet te horen dat zij zo’n zware dag heeft, terwijl ik binnen een uur misschien dood neerval, of misschien binnen tien minuten al: wie weet stik ik in een hoestbonbon; wie weet ga ik de deur uit om iets te gaan doen en val ik van de trap en breek m’n nek voor ik zelfs maar buiten ben; wie weet word ik door een inbreker vermoord. Het enige waar ik niet bang voor hoef te zijn is dat ik sterf van ouderdom.
Ik zak op mijn knieën op de grond. Het eindigt vandaag en daar kan ik absoluut niets tegen beginnen. Ik kan geen draken verslaan om scepters te veroveren waarmee ik de dood kan afweren. Ik kan niet op een vliegend tapijt springen op zoek naar een geest in een lamp die me het eenvoudige maar rijk gevulde leven kan schenken dat ik wil. Misschien kan ik wel een of andere maffe professor vinden die me in wil vriezen, maar de kans is groot dat ik zo’n geschift experiment niet overleef. Niemand ontkomt aan de dood, en ik vandaag al helemaal niet.
De lijst mensen die ik zal missen, als doden überhaupt iemand kunnen missen, is zo kort dat je het nauwelijks een lijst kunt noemen: pap, omdat hij zijn best gedaan heeft, mijn beste vriendin Lidia, omdat ze me op school niet alleen niet negeerde, maar zelfs tegenover me kwam zitten tijdens de lunch, mijn partner wilde zijn bij het aardrijkskundeproject en me toevertrouwde dat ze later als milieuactiviste de wereld zou redden en dat ik haar daarvoor kon bedanken door er gewoon in te leven. En dat is het dan.
Als iemand me zou vragen naar de lijst van mensen die ik níét zal missen, dan is die blanco. Niemand heeft me ooit iets misdaan. Ik snap zelfs waarom sommige mensen niks in mij zagen. Echt. Ik
ben een onverbeterlijke lafbek. De weinige keren dat klasgenoten me meevroegen om iets leuks te gaan doen, zoals rolschaatsen in het park of ’s avonds laat een eindje gaan rijden, sloeg ik dat af omdat er een kansje was dat we dood zouden gaan, je weet maar nooit. Wat ik het meest zal betreuren, zijn de gemiste kansen om écht te leven en om goeie vrienden te maken op school. Ik zal de logeerpartijtjes missen waaraan ik nooit meedeed, waar iedereen de hele nacht Xbox Infinity en gezelschapspelletjes speelde, alleen omdat ik te bang was.
Maar het meest zal ik de toekomstige Mateo missen, die misschien een beetje losser is en durft te leven. Ik heb geen duidelijk beeld van hem voor ogen, maar ik stel me voor dat hij nieuwe dingen uitprobeert, zoals wiet roken met zijn vrienden, dat hij zijn rijbewijs haalt en op een vliegtuig naar Puerto Rico springt om meer te weten te komen over waar hij vandaan komt. Misschien heeft hij verkering met iemand bij wie hij zich goed voelt. Hij speelt waarschijnlijk piano voor zijn vrienden en zingt erbij, en zijn begrafenis gaat na zijn dood nog een heel weekend door, met een kamer vol mensen die geen kans kregen om hem een laatste keer te omhelzen.
Toekomstige Mateo zou een langere lijst hebben van vrienden die hij zou missen.
Maar toekomstige Mateo zal ik nooit worden. Niemand zal ooit een joint met me delen, niemand zal luisteren hoe ik piano speel, en niemand zal met me meerijden in mijn vaders auto nadat ik mijn rijbewijs heb gehaald. Ik zal nooit ruziën met mijn vrienden over wie de beste bowlingschoenen krijgt of wie Wolverine mag zijn als we gamen.
Ik zak weer in elkaar op de vloer en bedenk dat het nu erop of eronder is.
Nee, het wordt sowieso eronder.