
Leesfragment Notendop
Notendop is een bijna klassiek verhaal over moord en bedrog, maar wat dit boek nou zo bijzonder maakt is het ongebruikelijke perspectief: het wordt namelijk verteld door een ongeboren kind. Vanuit zijn moeders buik kijkt hij toe hoe zijn moeder haar man bedriegt met zijn broer Claude. Benieuwd naar dit bijzondere verhaal? Lees dan snel verder.
Als ik het vriendelijke geronk van passerende auto’s hoor en een licht briesje speelt door wat volgens mij de bladeren van de paardenkastanje zijn, als beneden mij blikkerig een draagbare radio raspt en mijn binnenzee met haar miljarden drijvende deeltjes wordt dof verlicht door een schimmige koraalgloed, een langgerekte tropische avondschemer, dan weet ik dat mijn moeder op het balkon van mijn vaders bibliotheek aan het zonnebaden is. Ik weet ook dat het sierlijke gietijzeren hekwerk met zijn eikenblad- en eikelpatroon bij elkaar wordt gehouden door historische lagen zwarte verf waarop niet geleund mag worden. De vrijdragende plaat verbrokkelend beton waarop mijn moeder zit is onveilig verklaard, ook door aannemers zonder enig belang bij de reparatie. De breedte van het balkon laat net een schuingeplaatste ligstoel toe, bijna evenwijdig aan het huis. Trudy heeft blote voeten en draagt een bikinitopje en een korte broek van spijkerstof waarin amper ruimte voor mij is. Dit geheel wordt bekroond door een hartvormige zonnebril met roze montuur en een strohoed. Dit weet ik omdat mijn oom – mijn óóm! – haar aan de telefoon vroeg om hem te vertellen wat ze aanhad. Flirterig gaf ze hem zijn zin. Een paar minuten geleden meldde de radio ons dat het vier uur was. We delen een glas en misschien wel een fles sauvignon blanc uit Marlborough. Niet mijn allereerste keus en voor dezelfde druif en minder een grassmaak zou ik een sancerre hebben genomen, bij voorkeur uit Chavignol. Een zekere vuursteenachtige minerale verfijning zou verzachtend hebben gewerkt op de botte aanslag van rechtstreeks zonlicht en de golf van ovenhitte die weerkaatsen tegen de gebarsten gevel van ons huis. Maar we zijn in Nieuw-Zeeland, het zit in ons binnenste en ik ben blijer dan ik twee dagen lang ben geweest. Trudy koelt onze wijn met plastic blokjes bevroren ethanol. Daar heb ik niets tegen. Ik krijg mijn eerste aanwijzing over kleur en vorm, want mijn moeders middenrif is schuin naar de zon gericht, dus net als bij de rode schim in een donkere kamer kan ik mijn handen voor mijn gezicht en de wijd om buik en knieën gewikkelde streng onderscheiden. Ik zie dat mijn nagels geknipt moeten worden, al word ik pas over twee weken verwacht. Ik zou graag denken dat ze hier buiten is om vitamine D voor mijn botgroei aan te maken, dat ze de radio zachter heeft gezet om beter over mijn bestaan na te denken, dat de hand die de plaats streelt waar zich volgens haar mijn hoofd bevindt een uiting van tederheid is. Maar misschien wil ze ook wel bruin worden en heeft ze het te warm om naar het hoorspel over de mogolheerser Aurangzeb te luisteren, en verzacht ze met haar vingertoppen alleen maar het opgeblazen ongemak van de late zwangerschap. Kortom, ik ben niet erg zeker van haar liefde. Wijn lost na drie glazen niets meer op en de pijn van de pas gedane ontdekking blijft. Toch voel ik een vriendelijke zweem van onthechting, ik ben al enkele nuttige stappen verwijderd en zie mezelf zo’n meter of vijf beneden me geopenbaard, als een gevallen klimmer die ruggelings uitgestrekt op een rots ligt. Gaandeweg kan ik mijn situatie bevatten, kan ik behalve voelen ook denken. En dat alleen maar dankzij een bescheiden glas wit uit de Nieuwe Wereld. Zo. Mijn moeder heeft de voorkeur aan mijn vaders broer gegeven, haar man belazerd, haar zoon te gronde gericht. Mijn oom heeft de vrouw van zijn broer gestolen, de vader van zijn neefje bedrogen, de zoon van zijn schoonzuster grovelijk beledigd. Mijn vader is weerloos van nature, zoals ik het door de omstandigheden eveneens ben. Mijn oom – een kwart van mijn genoom, een helft van dat van mijn vader, maar hij lijkt niet meer op mijn vader dan ik op Virgilius of Montaigne. Welk verachtelijk deel van mij is Claude en hoe kom ik dat te weten? Ik zou mijn eigen broer kunnen zijn en mezelf kunnen bedriegen zoals hij de zijne heeft bedrogen. Als ik geboren word en eindelijk alleen mag zijn, is er een kwart waar ik met een keukenmes op af zal willen gaan. Maar degene die het mes vasthoudt zal ook mijn oom zijn, voor een kwart in mijn genoom. Dan zullen we zien dat het mes niet bewegen wil.
Meer lezen? Je kunt het boek hier bestellen.