NIEUWS

Leesfragment Koningin Victoria als huwelijksmakelaar

Om de macht in Europa te behouden en te versterken, hoopte koningin Victoria al haar (klein)kinderen in dynastieke huwelijken te kunnen manoeuvreren. Maar ondanks al hun schijnbare gehoorzaamheid hadden haar nakomelingen zo hun eigen voorkeuren, gevoed door een sterke eigen wil en/of een romantisch hart. Benieuwd? Lees nu alvast een fragment!

‘Ik wilde dat hij een goede “skelping” [aframmeling] kon krijgen, zoals de Schotten zeggen (…).’
Koningin Victoria over haar oudste kleinzoon, de toekomstige keizer Wilhelm ii, februari 1885

De crisis aan het Duitse hof dook voor het eerst op in de weken voor de viering van het Gouden Jubileum in Londen. De gezondheid van de negentigjarige Duitse keizer Wilhelm i ging achteruit. Kroonprins Frederik, Victoria’s ‘geliefde’ schoonzoon, was de eerste in lijn om hem op te volgen, maar in de lente van 1887 begon Vicky zich zorgen te maken omdat haar echtgenoot maar niet van een schijnbaar onschuldig symptoom kon afkomen: een voortdurende schorheid in zijn keel. In mei constateerden de Duitse artsen een tumor op de stembanden van de prins en uit angst dat die kwaadaardig zou zijn adviseerden ze een onmiddellijke operatie om het gezwel weg te nemen. Het was een levensbedreigende ingreep, maar ook Frederiks beste hoop op genezing.
De akeligste scenario’s doemden nu op voor Vicky en Frederik. ‘Ik wilde dat ik naar je toe kon vliegen om bij je te zijn en je op te vrolijken, mijn lieve kind, en om Fritz moed in te spreken,’ schreef de koningin vanuit Londen. De Britse arts die werd geraadpleegd, dokter Morell MacKenzie, adviseerde echter niet te opereren totdat onomstotelijk vast zou staan dat het om een kwaadaardig gezwel ging. Tot Vicky en Frederiks enorme opluchting leverde het pathologische rapport geen bewijzen voor kanker op. De Duitse artsen hadden het gevoel dat MacKenzie te optimistisch was, maar de kroonprinses was er zeker van dat de Britse medicus gelijk had. ‘Ik ben ervan overtuigd!’ schreef ze aan haar moeder. ‘Mijn lieve, geliefde kind, ik ben God waarlijk, oprecht en diep dankbaar dat (…) de ongerustheid over onze dierbare Fritz is verjaagd,’ antwoordde de koningin op 27 mei, drie weken voor haar Gouden Jubileum. Ze stond erop dat haar dochter en schoonzoon nu naar Engeland zouden komen voor de vieringen. ‘Jullie beiden mogen niet ontbreken op deze dag die mij diep zal aangrijpen (…).’
Moeder en dochter, die altijd een hechte band hadden, kwamen voor de grote parade in Londen bij elkaar en Vicky zat bij koningin Victoria in haar landauer. Ze was inmiddels van middelbare leeftijd en leek nu meer op haar moeder. Haar volle gezicht verzachtte haar trekken en haar figuur was door haar zwangerschappen gevulder geworden. De menigte had vooral aandacht voor haar echtgenoot. De kranten berichtten over een levensbedreigende ziekte, maar prins Frederik leek de geruchten te ontzenuwen. Zoals hij vooruitreed met de prinsen, groot en knap, in zijn indrukwekkende uniform van de Pruisische kurassiers, leek hij een onoverwinnelijke krijgsheerkoning die zijn erfdeel kwam opeisen. De Amerikaanse journalist Ralph Blumenfeld beschouwde hem als ‘de opvallendste gestalte in de processie’.
De rust van de zomerweken in Schotland en naderhand in Italië voedden de hoop op herstel, maar in de herfst van 1887 kwamen de symptomen terug. Voor Vicky was het moeilijk om zijn stem te horen. In de tweede week van november werd de Duitse troonopvolger door zes artsen onderzocht, die deze keer unaniem tot de slotsom kwamen dat Frederik aan ongeneeslijke kanker leed. Hij stond voor een keuze tussen twee kwaden. Zijn leven kon wellicht verlengd worden wanneer zijn strottenhoofd operatief werd verwijderd, maar daardoor zou de toekomstige keizer zijn spraakvermogen verliezen, als hij de gevaarlijke operatie überhaupt zou overleven. Of hij kon het op zijn beloop laten en zijn lot in Gods handen leggen.
Het nieuws veroorzaakte onrust in heel Europa. De oude Duitse keizer had niet lang meer te leven en Frederik, zijn zoon en opvolger, was vrijwel  zeker ook ten dode opgeschreven. Koningin Victoria en haar dochter werden heen en weer geslingerd tussen hoop, vrees en hernieuwde onzekerheid. Als Frederik stierf, zou de Duitse troon overgaan op de achtentwintigjarige prins Wilhelm, Vicky’s oudste zoon en de oudste kleinzoon van de koningin. Voor moeder en dochter zou dat een regelrechte tragedie zijn die het hele doel van Vicky’s glorieuze huwelijk met de Pruisische troonopvolger van dertig jaar eerder zou ondermijnen, of zelfs volkomen tenietdoen.


In die zo gelukkige dagen toen haar echtgenoot nog leefde, had koningin Victoria Albert gesteund in zijn visionaire plannen voor de huwelijken van hun kinderen. Die plannen hadden hun wortels in Coburg in Duitsland, geboorteplaats van Victoria’s moeder, prinses Victoria van Saksen-Coburg-Saalfeld, de latere hertogin van Kent, van haar oom Leopold, koning der Belgen, en van haar geliefde echtgenoot Albert zelf. In de eerste helft van de negentiende eeuw bestond Duitsland nog niet als eenheidsstaat. Coburg was een van de achtendertig onafhankelijke Duitse koninkrijken, hertogdommen en prinsdommen die in de ‘Duitse Bond’ losjes verenigd waren, formeel onder leiding van het Oostenrijkse keizerrijk.
De ‘Coburgvisie’ zoals geformuleerd door Albert en zijn goede vriend en adviseur baron Christian von Stockmar kende twee politieke doelen: de eenwording van Duitsland en vervolgens ‘het vestigen van een eenheid van streven tussen Duitsland en Engeland’. Voor prins Albert en baron Stockmar was dat een ‘nobel streven’ dat Europa stabiliteit zou verlenen. Zij geloofden dat ‘de wereldvrede en de sociale, intellectuele en politieke vooruitgang van Europa’ afhingen van een politieke overeenkomst tussen Groot-Brittannië en het recentelijk verenigde Duitsland. Stockmar was van mening dat zo’n alliantie na het trauma van de napoleontische oorlogen een ‘natuurlijk machtsevenwicht’ in Europa zou creëren en ‘de Teutoonse naties sterk genoeg [zou maken] om respect voor het volkenrecht af te dwingen en elke inbreuk op de vrede te voorkomen, of die uit het oosten of westen zou komen’.
In september 1855, toen koningin Victoria en prins Albert op een verloving aanstuurden tussen hun innig geliefde veertienjarige dochter Vicky en prins Frederik, de tweede in lijn om de Pruisische troon te bestijgen, ontwikkelden de romantische gevoelens van hun dochter zich tijdens een  hofmakerij van twee weken plichtsgetrouw in lijn met deze politieke en strategische visie op Europa. Vicky’s huwelijk was een waarachtig schoolvoorbeeld van de eeuwenoude traditie van koninklijke verbintenissen als cruciaal onderdeel van de diplomatie en een middel om ‘de zaak te beklinken’. Pruisen was op dat moment de grootste en meest dynamische Duitse staat en door haar verbintenis met het Pruisische koningshuis hoopte Vicky haar vaders droom te vervullen en haar eigen richtinggevende rol te spelen in de politiek op het continent, geïnspireerd door Alberts ideaal van een liberaal, verenigd Duitsland dat Europa vrede kon schenken.

 

Meer lezen? Je kunt het boek hier bestellen.