NIEUWS

Leesfragment Het bitterzoete paradijs

Schrijver en journalist Iris Hannema bezocht meer dan honderd landen en schreef op een eerlijke en openhartige manier over haar reisavonturen in Miss yellow hair, hello! en Het bitterzoete paradijs.Het laatste boek verscheen vorige week bij ons in pocketeditie. Waarom Het bitterzoete paradijs de perfecte Summer Read is kun je hier lezen, een voorproefje van het boek vind je hieronder.

Het paradijs

» Frans-Polynesië «

Bij de overgang van hitte naar kou trekt het topje van mijn linkerwijsvinger, alsof het vel er net iets te strak omheen zit. Ooit kapseisde het topje oostwaarts nadat ik met haastige tred voor mijn Spaanse les staand in de keuken een broodje opensneed. Een vervloekte handeling in Latijns-Amerika, waar je de tijd neemt om te eten. Die ochtend deed ik dat niet en zo belandde ik bij de Eerste Hulp in de wijk in Buenos Aires waar ook de ouders van koningin Máxima wonen. De snee was goed voor vier ouderwetse,
stugge, zwarte hechtingen in mijn vinger. Twee weken later, tijdens een barbecue, stelde een bevriende dokter van mijn ex-geliefde voor de hechtingen er even voor me uit te halen. Alleen al van de gedachte dat de hechtingen er ook uit moesten, werd ik duizelig en misselijk, de befaamde aankondiging
van flauwvallen. Het was toen dat ik besloot dat, als ik er zo overdreven bang voor was, ik ze er beter zelf uit kon halen. En omdat alles tegenwoordig een tutorial op YouTube heeft, vond ik filmpjes met duidelijke uitleg over het verwijderen van je eigen hechtingen. Ik pakte een handdoek, een nagelschaartje, een pincet, knipte het draad op vier plekken door en trok ze eruit. Het leerde me dat ergens voor vrezen een uitstekende voorbode is om iets in jezelf te veranderen (en dat eten in ruste de heilige graal is tot eigenlijk alles).
Diepe plaatsvervangende schaamte krijg ik van hen die na een landing klappen en joelen, alsof er op feestelijk wijze gevierd wordt dat we niet zijn neergestort. Landingsapplaus doet mij als stille passagier ongewild aan dood zonder waardig afscheid denken en daarom pleit ik voor een verbod. Een uitzondering op de door mij gewenste vliegtuigregel is wat mij betreft de verjaardag van de piloot. Dat de vliegtuigwielen de grond raken is geen wonderlijke gebeurtenis en ook hangen we niet op ons kop in de Python. Frappant vind ik het dat het mogelijk is om een maaltijd, met het broodje van steen, te verorberen (klappers waren opvallend vaak ook grote eters) en tegelijkertijd te vrezen uit de lucht te vallen. Orthodoxe joden doen het altijd, een wonderschoon moment waarin ze ons laten zien dat ze meer geloven in de kracht van de piloot dan in goddelijke sturing. Op de vlucht van Honolulu naar
huwelijksreisbestemming Tahiti, is de romp gevuld met pasgetrouwden met rode ogen en glimmende nieuwe ringen als lakstempels. Ik reis alleen, een geruststellend idee. Omringd door verbintenissen voel
ik me het zwarte schaap en dat is precies wat ik wil: nergens bij horen.
Dit zou zomaar eens het mogelijk echte paradijs kunnen zijn, mijmer ik als ik de vliegtuigtrap af loop, nachtelijk Tahiti in. Ik ruik kerosine, de geur van vrijheid, en makelaarsparfum, de geur van rijkdom,
en ik krijg een ontzettende zin om de Zauberflötes ‘Papagena’ te fluiten, overwinningsmuziek.
Het is een veel warmere en vochtigere avond dan op Hawaï en voor de deur van het vliegveldgebouw staat een driekoppige band met ukeleles om de passagiers vanuit Honolulu te verwelkomen met muziek
die mij inderdaad aan ‘Aloha from Hawaii’ doet denken. Soms vrees ik dat mijn enthousiasme voor reizen is onthoofd door de overvloed ervan, en een aftreksel van hoe het ooit voelde, toen ik
mijn mondhoeken bij aankomst bijna scheurde en ik als een skippybal, ploing-ploing, een land door stuiterde, het thuisfront van euforie sms’te: ‘Ik ben er!!!!!!!! Kan het niet geloven!!!!! love you!!!’
Maar het gevoel is terug, ik voel van opwinding een lachbui opkomen en dat doet me op hetzelfde moment beseffen dat er nog zoveel plekken zijn waar ik nog niet ben geweest.