NIEUWS

Leesfragment en leuke weetjes Lenin in de trein!

Voor haar boek Lenin in de trein deed Catherine Merridale jaren research en toont in een levendige beschrijving hoe de Russische Revolutie begon. In 1917 leek er nog lang geen einde te komen aan WO I en de Duitse regering kwam op het idee om verwarring te zaaien in Rusland door de revolutionaire extremist Vladimir Iljitsj Lenin, in ballingschap in Zwitserland, naar Petrograd te laten reizen. Tijdens deze treinreis ontmoeten we naast Lenin een bonte verzameling medereizigers; politici, spionnen en fraudeurs.

Op het omslag zien we een beroemd schilderij van Sokolov waarop Lenin uit de trein stapt en een menigte toespreekt. Leuk weetje: er kloppen verschillende dingen niet aan dit schilderij. Zo zien we een glimlachende Stalin achter Lenin staan, terwijl hij zeker niet in dezelfde trein zat. Daarnaast was Lenin niet blij met zijn ontvangstcomité; hij vond de bloemen, de fanfare en de spandoeken burgerlijk. Een band speelde de Marseillaise, terwijl hij de Internationale prefereerde. Hij probeerde te speechen, maar niemand kon hem verstaan. Kortom: een heel andere situatie dan het omslagbeeld doet vermoeden.

 

Benieuwd geworden naar het boek? Wij geven je hieronder een klein voorproefje.

VOORWOORD

Het was Thomas Cook die erover begon. Hij kende drie plaatsen ter wereld die geen enkele rechtgeaarde wereldreiziger mag missen. De woestijnvesting Timboektoe is er een van, de oude stad Samarkand eveneens. De derde is een stadje in Zweden. Honderdvijftig jaar geleden was het mogelijk het noorderlicht dat Cook naar Haparanda lokte. De inwoners schepten bovendien op
over de piraten die er actief zouden zijn, maar dat deden alle kustbewoners hier. Of misschien ging de attractie vooral uit van de verhalen over een sjamaan
die er met wapperende mantel als een grote vogel langs de nachtelijke poolhemel scheerde.
Haparanda was niet alleen afgelegen. De plaats beloofde spanning en gevaar, daar helemaal aan het einde van de bekende wereld. Het stadje ligt boven aan de Botnische Golf, de zee die het noordelijke deel van Zweden scheidt van Finland. Dit gebied bestaat voornamelijk uit een rivierdelta en ooit strekte het stadje zich uit over een reeks laaggelegen eilandjes en iets vastere grond
in het westen. Aan de kust verrezen andere nederzettingen, waaronder de veel grotere stad Tornio, maar de bewoners deden alles nog steeds gemeenschappelijk:
in de winter jagen op het lokale wild, het vee laten grazen op de nabijgelegen heuvels en in de korte periodes van dooi langs de kustlijn de aal vangen die tussen de drijvende rietmatten voorbijglipte.
De bevolking had weinig gemeen met de inwoners van Stockholm (de meeste mensen spraken het lokale dialect), toch maakte het hele gebied tot begin negentiende eeuw deel uit van Zweden. In 1809 bepaalde een vredesverdrag dat een van de vele oorlogen tussen de Russen en de Zweden moest beëindigen echter dat de oostelijke oever van de rivier, inclusief het dichtstbevolkte
eiland, voortaan toebehoorde aan het grootvorstendom Finland, een gebied dat de Russen kort tevoren bij hun rijk hadden ingelijfd. Haparanda bleef alleen achter op de Zweedse oever, gescheiden van haar grotere zus Tornio aan de overkant van de rivier. De twee raakten nu van elkaar vervreemd.
Vanaf het moment dat de grens in het leven werd geroepen, ging het om betwist terrein. De Zweedse regering kon haar ogen niet sluiten voor de ambitie van Rusland zijn grondgebied verder uit te breiden. Toen er in Kiruna, nog geen vijfhonderd kilometer verder naar het noordwesten, enorme hoeveelheden ijzererts werden ontdekt, zagen investeerders in Stockholm zich gedwongen hun plannen voor een nieuwe spoorweg af te blazen uit angst dat Haparanda dan zou kunnen uitgroeien tot de toegangspoort voor een nieuwe invasie van de Russische horden. Het waren de hoogtijdagen van het Zweedse stoomtijdperk, maar hoe ver de spoorlijnen zich met de jaren ook richting het noorden vertakten, als een soort zenuwbanen, er kwam geen spoorbaan naar Haparanda. Wanneer de sleeën van de jagers in de zomer het ijs niet langer konden oversteken, vormde een houten brug de enige vaste verbinding met Finland.
In deze situatie kwam verandering toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak. De grote mogendheden aan de westkust van Europa, Groot-Brittannië en Frankrijk, waren ditmaal de bondgenoten van het Russische Rijk. Ze moesten mensen over en weer vervoeren en ze hadden de Russen toegezegd dat ze onmisbaar oorlogsmaterieel zouden leveren, zoals ontstekers en richtkijkers, maar
tussen oost en west bleken alle directe verbindingen verbroken. De routes via Duitsland waren natuurlijk niet langer toegankelijk en de vaarroutes over de Noordzee en de Oostzee lagen bezaaid met mijnen of waren onveilig als gevolg van patrouillerende duikboten. Alleen de route over land door Noord-Zweden lag nog open, hoe afmattend en omslachtig deze ook was. Thomas
Cook was in 1892 overleden. Hij vond Haparanda exotisch, maar dan had hij het stadje eens in 1917 moeten zien.
Er kwam een spoorverbinding die in 1915 in bedrijf werd genomen. Het was slechts een zijlijn bestaande uit één spoor, waarvoor de locomotieven helemaal vanuit het noordelijke station Karungi moesten komen aanstomen. En al was de spoorlijn met het oog op de oorlogsinspanningen inmiddels een vitale verbindingsader, hij liep nog altijd niet helemaal door tot Finland, waar sowieso een andere spoorbreedte gangbaar was (zoals overal in het Russische Rijk). De beide partijen bekeken elkaar nog altijd met de nodige argwaan, zodat alle goederen en passagiers op het station van Haparanda de trein moesten verlaten, naar de overkant van de rivier moesten worden gevaren, de hoge oever aan de overzijde moesten worden opgetakeld om daar aan boord van
een Russische trein verder te worden vervoerd. In de winter pendelden rendieren of kleine paarden met sleeën heen en weer, in de zomer werd elk beschikbaar vaartuig ingezet op het water. Het knelpunt was onhandig, een tijdrovende bron van ergernis, maar in Haparanda zorgde het voor snelle economische groei. Samen met Tornio op de Finse oever groeide het stadje uit tot het bedrijvigste commerciële knooppunt van Europa. Waar voorheen alleen plaatselijke herders de kroegen hadden bevolkt, zaten die nu opeens vol handelaren, scharrelaars en agenten van de geheime politie die hun leven sleten met het in de gaten houden van de anderen.
Alle kamers in het plaatselijke hotel waren volgeboekt voor de diplomaten en politici, hoofdzakelijk Britten, Fransen en Russen, die opeens voor zaken in het stadje moesten zijn. Het lokale klimaat en de ergerlijk langzame treinen stonden hun misschien niet aan, maar er waren geen betere alternatieven. Dit ongemakkelijke feit maakte zelfs dat zeer ongewoon bezoek zich aandiende. De Russische tsarina-weduwe Maria Fjodorovna verbleef ten tijde van het uitbreken van de oorlog in West-Europa. Het lukte haar terug naar huis te komen, maar haar speciale trein kwam in Denemarken vast te zitten doordat Duitse overheidsdienaren weigerden die over hun spoornet naar Rusland te laten rijden. Het was een penibele situatie die werd gered door de strenge vorst in januari 1917. Toen het ijs op zijn dikst was, werd er een legertje werklui opgetrommeld dat over de rivier de Tornionjoki een tijdelijke spoorlijn aanlegde tussen Haparanda en het station van Tornio. De speciale trein van de tsarina-weduwe (compleet met boudoir, troonzaal, keukens en mobiele generator) werd vervolgens met twee wagons per keer over dit spoor getrokken en aan de overkant achter een Finse locomotief gehangen. Om de wagons op de andere spoorbreedte te laten rijden, werden speciale onderstellen aangebracht. De trein van de tsarina-weduwe was nog niet uit het zicht verdwenen of de arbeiders op het ijs waren alweer hard aan het werk, ditmaal met koevoeten om de spoorweg onmiddellijk weer op te breken. Op de foto’s uit oorlogstijd in de collectie van het lokale museum zijn wezens te zien die uit een andere wereld afkomstig lijken. Met hun stijve poses, uniformen en korsetten, hun gouden tressen en keur aan gevederde hoofddeksels
zien ze er onwerkelijk uit. Tegenwoordig toont het landschap niets wat nog aan hun spookachtige verschijning herinnert. De beide steden aan de Tornionjoki zijn herenigd (in reisgidsen worden ze ‘HaTo’ genoemd) en op het plein voor de winkelgalerij kun je naar hartelust tussen Zweden en Finland heen en weer lopen. In het Finse deel van de stad loopt de tijd één uur voor op de Zweden, wat de lokale busdienstregeling er niet eenvoudiger op maakt, maar de gebruikelijke ergernissen van een grensovergang – zoals paspoorten, douane, lange rijen auto’s – zijn er allemaal gladgestreken als splinternieuwe eurobiljetten. Het enige echt monumentale gebouw in de wijde omtrek is een enorme donkerblauwe blokkendoos, de grootste Ikea ter wereld.
In april is die omringd door een woestenij met olieachtige plassen en vieze hopen zanderige sneeuw, maar zodra deze smelt, staat de parkeerplaats weer vol. Dan stromen de Russen weer in groten getale toe, net als de Finnen en de rendierherders uit Lapland. De man wiens verhaal ik hier wil vertellen zou dat zeker begrepen hebben. Hij schreef veel over de wereldhandel. Ook hij stak de rivier over toen deze bevroren was. Het was een reis die de wereld veranderde.