
Leesfragment de meisjes
In De meisjes sluit de veertienjarige Evie zich aan bij een gevaarlijke sekte. Wanneer ze in een park van het duffe plaatsje Marin County een groep prachtige meisjes ziet zitten, is ze verkocht: daar wil ze bij horen. Ze verlangt naar liefde en bestaansrecht, maar stevent af op een gruwelijke moordpartij. Als je nu nog niet benieuwd bent geworden, dan ben je dat zeker na het lezen van dit leesfragment:
Zodra ik de meisjes het park door zag steken, verloor ik ze geen moment meer uit het zicht. Het donkerharige meisje met haar hofdames, hun gelach bespotte mijn alleen-zijn. Ik wachtte op iets zonder te weten wat. En toen gebeurde het. Het ging heel vlug, maar toch zag ik het: het meisje met het donkere haar trok razendsnel de hals van haar jurkje omlaag en ontblootte een rode tepel. Gewoon midden in het park waar het wemelde van de mensen. Voordat ik van de schrik was bekomen, had het meisje haar jurk weer omhooggetrokken. Ze moesten alle drie lachen, rauw en ongegeneerd; het kon ze niets schelen of er misschien iemand keek.
De meisjes gingen het paadje in naast het restaurant, liepen verder door, langs de grill. Soepel en geroutineerd. Ik bleef kijken. De oudste tilde de klep op van een vuilcontainer. De roodharige nam
een hurkhouding aan en het donkerharige meisje gebruikte haar knie als opstapje, zodat ze zichzelf over de rand kon hijsen. Ze zocht naar iets, al kon ik me niet voorstellen wat. Ik stond op om mijn servetjes weg te gooien en bleef bij de prullenbak naar ze kijken. De donkere haalde dingen uit de container die ze aan de anderen gaf: een brood, nog in de verpakking, een bleke kool waar ze even aan roken en toen weer teruggooiden. Kennelijk een beproefde methode: zouden ze alles ook werkelijk opeten? Toen het donkerharige meisje er weer uit kwam, over de rand klom en met een sprong op de grond landde, had ze iets in haar handen. Het had een vreemde vorm en de kleur van mijn eigen huid. Ik sloop dichterbij.
Het was een rauwe kip, glimmend in het cellofaan, waar ik verbaasd naar staarde. De donkere draaide zich om. Waarschijnlijk voelde ze mijn blik. Ze glimlachte en ik kreeg een wee gevoel in mijn
maag. Er leek iets tussen ons plaats te vinden, een amper waarneembare verschuiving van lucht. De vrijmoedige, open blik waarmee ze me aankeek. Maar toen de hordeur van het restaurant kletterend openging, schrok ze op. Een zwaarlijvige man kwam schreeuwend naar buiten. Hij joeg ze weg als honden. De meisjes pakten de broodzak en de kip en zetten het op een lopen. De man bleef al snel staan en keek hen na. Hij veegde zijn grote handen aan zijn schort af, zijn borst zwoegde van de inspanning.
De meisjes waren inmiddels al een paar straten verder, hun haar wapperend als vlaggen. Er reed een zwarte schoolbus voorbij die afremde, de drie meisjes stapten in en waren verdwenen.
Het beeld dat achterbleef: de naargeestige foetale vorm van de kip, het rozenknopje van de tepel van het meisje. Het was allemaal zo expliciet, en misschien kreeg ik ze daarom niet meer uit mijn hoofd. Ik zat met allerlei vragen. Waarom hadden deze meisjes eten nodig uit een vuilcontainer? Wie zat er aan het stuur van de bus, wat voor types verfden een bus zwart? Ik had gezien dat ze elkaar dierbaar waren, de meisjes, dat ze een soort gezin vormden – dat ze een onlosmakelijk driemanschap waren. De lange avond die zich voor me uitstrekte – mijn moeder was de hort op met Sal – leek opeens niet om door te komen.
Dat was de allereerste keer dat ik Suzanne zag: door haar donkere haar viel ze op, ook van een afstand, en haar glimlach was direct en taxerend geweest. Ik kon niet goed uitleggen waarom ik zo door haar werd gegrepen. Ze had iets van een exotische, wilde bloem die eens in de vijf jaar in een bonte kleurenexplosie bloeit, de vurige zinnenprikkeling die bijna hetzelfde was als schoonheid. En wat had het meisje gezien toen ze naar mij keek?
Ik ging naar de wc in het restaurant. relax, was met een viltstift op de muur gekalkt. tess pyle doet het anaal! De bijbehorende illustraties waren doorgekrast. Alle fl auwe, cryptische sporen van
mensen die kortstondig in een hokje zijn opgesloten, die vastzitten in de dagelijkse maalstroom. Die een stil protest willen maken. De droevigste: fuck, met potlood geschreven.
Terwijl ik mijn handen waste en ze afdroogde met een stugge handdoek, bestudeerde ik mijn gezicht in de spiegel boven de wasbak. Ik probeerde mezelf te zien door de ogen van het meisje met het donkere haar, zelfs even door de ogen van de jongen met de cowboyhoed, keek goed of ik onder mijn huid iets zag broeien. In de spiegel zag ik hoe ik me inspande, en ik voelde me opgelaten. Geen
wonder dat de jongen niets van me moest hebben: hij had vast mijn gretige verlangen gezien. De onversneden honger in mijn ogen, als een weeskind voor een leeg bord. En dat was het verschil tussen mij en het meisje met het donkere haar – haar gezicht beantwoordde alle vragen die het opriep.
Eigenlijk wilde ik zulke dingen helemaal niet van mezelf weten. Ik sprenkelde wat water over mijn gezicht, koud water, zoals ik van Connie had geleerd. ‘Door koud water sluiten je poriën zich’, en misschien was dat ook wel zo, want ik voelde dat mijn huid zich strak trok. Het water droop van mijn gezicht mijn hals in. Connie en ik waren er heilig van overtuigd, op het wanhopige af, dat als we deze rituelen maar uitvoerden – ons gezicht met koud water wassen, ons haar voor het slapengaan met een varkensharen borstel tot een statische razernij opzwepen – zich vanzelf een antwoord zou aandienen en er een heel nieuw leven zich voor ons zou openbaren.
Benieuwd hoe dit verder gaat? Je kunt het boek hier bestellen.