De basisprincipes van reizen volgens Liesbeth Rasker
Het is vakantietijd en voor veel mensen betekent dat dat het tijd is om op reis te gaan, ook al ziet dat er dit jaar wat anders uit dan anders. Het boek Pinnen in Mongolië van Liesbeth Rasker is voor iedereen die eraan twijfelt of reizen wel iets voor hem of haar is, of voor iedereen die wel zou willen, maar zich laat afschrikken door allerlei praktische bezwaren. Benieuwd? Liesbeth heeft alvast de belangrijkste reistips voor je op een rijtje gezet: de basisprincipes!
Neem minder mee
Want je hebt veel minder nodig dan je denkt. Pak in voor een trip van maximaal zeven dagen waarbij je elke dag iets anders aan zou kunnen trekken, en laat het daarbij. Het is makkelijker om onderweg een wasserette te vinden of een handwas te doen dan om een overdaad aan spullen mee te slepen.
Check nooit waardevolle spullen in
Alles wat je incheckt mag in theorie kwijtraken. Liever niet natuurlijk, maar het moet geen ramp zijn. Paspoort, geld, creditcards, elektronica – alles wat onvervangbaar of waardevol is neem je mee in je handbagage.
Zorg ervoor dat je te allen tijde weet waar je paspoort is
Eigenlijk is je paspoort het enige wat je écht niet mag kwijtraken, dus zorg dat je altijd weet waar je hem hebt opgeborgen. Zorg voor één vaste plek en hou hem daar. Dat scheelt aanzienlijk in de hoeveelheid hartverzakkingen.
Je hoeft niet alles te zien
Je kúnt namelijk niet alles zien. Maak een selectie van wat je wilt zien en heb daar vrede mee. Ga liever nog eens terug naar dezelfde plek dan dat je ontzettend gehaast door het land racet.
Stel je open voor anderen
Of je alleen of met iemand reist, het ontmoeten van nieuwe mensen is een belangrijk onderdeel van het reisplezier. Sluit je hier dus niet voor af door alleen maar met je vaste reisgezelschap om te gaan of je in een boek of telefoon te verstoppen. Stel je open voor de mensen om je heen. Niet alleen voor medereizigers, maar ook – of vooral – voor (lokale) mensen die je buiten je hostel ontmoet. Het zijn vaak de kleine ontmoetingen die grote indruk maken.
Je moet niets
Ben je net als ik niet de grootste fan van nationale musea vol stenen, potjes en scherven? Lekker niet naartoe gaan dan. Het is jouw reis, met jouw plezier en jouw keuzes. Trek je vooral niet al te veel aan van mensen die zeggen dat je dit of dat absoluut moet zien. Je moet helemaal niets.
Wees geen lul
Nou, niets… Je moet je wel gedragen. Of in ieder geval geen lul zijn, en dat is heel makkelijk. Gooi geen rommel op straat, maak geen dingen kapot, schrijf of kras niet op rotsen en bomen, hou rekening met de mensen in je slaapzaal en de rest van je hostel, sluit mensen niet buiten, doe niet respectloos over lokale gebruiken, pas je aan waar nodig, vergeet nooit dat jíj te gast bent, en wees
aardig voor mens, dier en natuur. Zo moeilijk is het niet.
Don’t do drugs
Zijn we in Nederland opgegroeid met een vrij losse omgang met drugs, in de rest van de wereld denken ze daar heel anders over. Experimenteren hoort erbij, maar niet in het buitenland. Je krijgt geen boete of een waarschuwing, maar komt gewoon direct in de bak terecht. Kijk maar even een paar uitzendingen van Locked Up Abroad als je denkt dat het allemaal wel meevalt. Er zijn zat hostels geweest waarin me drugs werden aangeboden en waar mensen vrolijk van alles naar binnen snoven of slikten, maar doe het niet. Het is het niet waard. En zonder drugs kun je het ook leuk hebben. Bestel nog maar een extra biertje als je eraan twijfelt.
Dieren zijn er niet voor jouw vermaak
Nog steeds zijn er wagonladingen toeristen die vrolijk op de rug van een olifant klimmen en daar dan een leuk ritje mee door de jungle maken. Of die naar tijgerparken gaan. Of selfies maken met krokodillen – wat het ook is, de basisregel is dat wilde dieren er niet zijn om jou te vermaken. Als ze dat wél doen, zijn ze onder gruwelijke omstandigheden zo tam gekregen dat ze dat toestaan. Doe hier onder geen enkel beding aan mee. En als je van anderen hoort dat een dergelijk uitje op hun reisagenda staat, praat ze er dan vanaf. Nog meer huiswerk: googel even op ‘phajaan ceremonie’, dat is hoe een olifant ‘getraind’ wordt om toeristen op zijn rug te tolereren. Als je dan nog op een olifant gaat rijden, is er iets mis met je.
Wachten hoort erbij
Zodra je iets met visa moet regelen, is het wachten geblazen. Als je een grens over moet, wachten. Treinkaartjes kopen, wachten. Bier bestellen bij een ogenschijnlijk rustig strandtentje, wachten. Soms moet je voor de meest simpele dingen in een krankzinnig lange rij achteraan aansluiten, om vervolgens met lede ogen toe te zien dat het systeem volstrekt inefficiënt is. Leg je erbij neer, want wachten hoort erbij. In plaats van je ontzettend druk maken over iets waar je toch geen invloed op hebt kun je je er maar beter aan overgeven. Neem een boek mee, kijk om je heen, aan elke rij komt ooit een eind.
Het is niet altijd leuk
We denken soms dat het leven een aaneenschakeling van hoogtepunten moet zijn, maar dat is niet zo, en dat geldt ook voor reizen. Soms is reizen even helemaal niet leuk, heb je een kutdag
of gaat alles mis. Tja, dat hoort erbij. Laat je er niet door uit het veld slaan, schrijf het van je af in een reisdagboek, accepteer dat tegenslag een onderdeel van het leven is en verheug je op de volgende dag waarop alles vast weer beter zal gaan. Over dat reisdagboek gesproken, je hoeft niet elk uur van de dag je diepste gevoelens op te schrijven. Een kleine aantekening of zin waarmee
je voor jezelf je reis bijhoudt is al genoeg.
Uiteindelijk komt het altijd goed
Dus, ook al gaat alles mis en heb je er grandioos de pest in, vergeet niet: uiteindelijk komt alles altijd goed. En als het niet meteen goed komt, dan vast later wel. Het is heel fijn om dit in je achterhoofd te houden want het houdt je rustig. En zolang je rustig blijft kun je helder nadenken en beslissingen nemen. Schrijf het op een briefje en stop het in je broekzak: uiteindelijk komt het
altijd goed.
Meer lezen? Je kunt het boek hier bestellen.